Het verloren schaap
(1947)–Han G. Hoekstra– Auteursrecht onbekend
[pagina 44]
| |
[pagina 45]
| |
G is het geheimpje,
waarvan geen mens mag horen,
H de wollen handschoen, die
Oom Wouter heeft verloren
(je weet wel: in de tram,
zo'n grote met 'n brede klep,
vreselijk dom van hem!).
I dat Is Ine
(haar Vader heet Oom Puk)
en J dat is natuurlijk ... Joost,
geen jongetje in Amsterdam
scheurt zo graag kranten stuk!
K dat is het krijtje
L dat is het leitje
M dat is Marijtje,
het meisje van de overkant;
| |
[pagina 46]
| |
en N dat weet je wel, dat is
natuurlijk een narcis!
De O, dat is geen vraag,
is Oma uit Den Haag;
en P is bakker Peters,
die woont in de Jordaan,
daar haal je de kadetjes en
de puntbroodjes vandaan.
En nu, wat komt er nu?
Nu komt de letter Q,
dat is 'n beetje rare klant,
wanneer je daar Quadraat mee schrijft
betekent het: vierkant.
R dat is het radijsje,
dat eet je met wat zout,
en S dat is het sijsje
dat veel van zaadjes houdt.
| |
[pagina 47]
| |
De T dat is de thee,
(daarvan houdt bijna elk)
die je met of zonder suiker drinkt
en met of zonder melk.
U dat is de ulevel
in d'r papieren jas,
V is Victor van der Stap
met z'n fluwelen das.
W dat is de waterhoen
die waggelt door het gras.
X is weer 'n rare,
de raarste die ik ken,
je ziet hem in Xantippe,
wat dat betekent hoor je wel,
wanneer je groter bent.
IJ dat is het ijsje,
waarmee je wordt beloond,
Z dat is de grote zee,
waar alle vis in woont.
Ik zou wel verder willen gaan,
maar 't gaat niet en
ik stop,
De letters van het alfabet
zijn
op
|
|