Panopticum(1946)–Han G. Hoekstra– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] De muur Bijna verloren in haar lichaamstuin, IJverig op weg met mij onder te domplen Komt een verwachting, die 'k moet doen verschromplen, Doorbreken in het glanzend donkerbruin Van 't oog, en de gereede lust vergaat Tot stroeve onlust, men zou uit haar oogen Dien blik wegschreeuwen willen; ijdel pogen, Er zal geen kans zijn, dat zij het verstaat. Te weinig comediant om argeloos Het warme antwoord op dien blik te veinzen, Al bezig, onbewust, terug te deinzen Hoor ik haar vragen: waarom ben je boos? Vorige Volgende