Panopticum(1946)–Han G. Hoekstra– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] De ceder Ik heb een ceder in mijn tuin geplant, Gij kunt hem zien, gij schijnt het niet te willen. Een binnenplaats meesmuilt ge, sintels, schillen, En schimmel die een blinden muur aanrandt, Er is geen boom, alleen een grauwe wand. Hij is er, zeg ik, en mijn stem gaat trillen, Ik heb een ceder in mijn tuin geplant, Gij kunt hem zien, gij schijnt het niet te willen. Ik wijs naar buiten, waar zijn ranke, prille Stam in het herfstlicht staat, onaangerand, Niet te benaderen voor noodlots grillen, Geen macht ter wereld kan het droombeeld drillen. Ik heb een ceder in mijn tuin geplant. Vorige Volgende