wanneer eenige dezer tekenen hier niet by is, is niet zeer quaad: want het beduid minder ziekte.
10. De volgende dingen dan moet men in de haastige ziekten aanmerken, wanneer ymant sterven zal, wanneer niet.
11. Als de regter bal kout is en getrokken wort, dat is doodelyk.
12. Zwarte nagels, en koude vingers en teenen, die getrokken of slap zyn, voorzeggen dat de dood na by is.
13. Lippen die blaauw zyn, of slap, omgekrult, en koud, zyn doodelyk.
14. Koude, doorschynende, of getrokken ooren, zyn doodelyk.
15. Verdonkerende hooftzwymeling, afkeer van 't ligt, met slaap en groote hitte, is zonder hoop.
16. En die onversaagt dol werd zonder kennisse te hebben, nog te hooren, nog te verstaan, zal terstond sterven.