Woordenboekje om het Engelsch te leeren spreken([1865])–A.J. Hillebrands– AuteursrechtvrijHoofdzakelijk voor de goede uitspraak Vorige Volgende F. Familie.Family.Fem-ie-lie. Feest.Feast.Fiest. Feestdag.Holi-day.Hoo-lie-dee. Fijn.Fine.Fijn. Fluweel.Velvet.Vel-vit. Foei.Fy.Fij. Fondament.Foundation.Foun-dee-zjun. Fout.Fault.Foalt. Florida. Een der Vereen. Staten van N. Amerika.Florida.Flo-rie-dee. Fraai.Fine.Fijn. Frambozen.Raspberries.Res-ber-ies. Frankrijk.France.Frenz. Vorige Volgende