Woordenboekje om het Engelsch te leeren spreken([1865])–A.J. Hillebrands– AuteursrechtvrijHoofdzakelijk voor de goede uitspraak Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] D. Dader.Doer.Doe-er. Dag.Day.Dee. Dagblad.Newspaper.Njoes-pee-pur. Daglicht.Day-light.Dee-lijt. Dak.Roof.Roef. Damp.Steam.Stiem. Dampkring.Atmosphere.Et-mos-feer. Dankbaar.Thankful.Thank-foel. Dankbaarheid.Gratitude.Gret-ie-tioed. Dansen.To dance.Toe denz. Dapper.Valiant.Vel-junt. Deel. Gedeelte.Part.Part. Deken.Blanket.Blen-ket. Delaware. Een der Ver. St. van N. Amerika.Delaware.De-la-wa-re. Dertien.Thirteen.Thir-tin. Dertig.Thirty.Ther-tie. Deur.Door.Door. Dewijl.Because.Bie-koas. Dienst.Office.Af-fis. Dief.Thief.Thief. Dienstknecht.Servant.Ser-vent. Diep.Deep.Diep. Dier.Animal.En-ni-mal. Dik.Thick.Thik. Dingsdag.Tuesday.Tuus-dee. Doch.But.Bot. Donderdag.Thursday.Thurs-dee. Donker.Dark.Doak. Doodbed.Deathbed.Deth-bed. Dooden.To kill.Toe kiel. Doof.Deaf.Dief. Doorscheuren.To tear.Toe tier. Doos.Box.Baks. [pagina 11] [p. 11] Dorstig.Dry.Drij. Doozenmaker.Box-maker.Baks-mee-kur. Dozijn.Dozen.Doz-en. Drank.Drink.Drink. Drie.Three.Thrie. Drinkbeker.Cap.Kop. Drinkglas.Drinking-glass.Drink-in-glas. Droefheid.Sorrow.Sor-roo. Droogte.Dryness.Drie-nis. Droom.Dream.Driem. Droppel.Drop.Drap Drukker.Printer.Printer Duister.Dark.Doak. Duivel.Devil.Div-il. Duizend.Thousand.Thou-send. Duur.Dear.Dier. Vorige Volgende