Kamiel redt een super reus
(2006)–Aly Hilberts– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 28]
| |
[pagina 29]
| |
Nog voor die morgen het werk begint loopt er een lange rij mensen door het bos. Mannen, vrouwen en kinderen banen zich een weg door het groen. Voorop gaat Kamiel, hij weet de weg. Bijna iedereen uit het dorp is meegekomen en daar is hij blij om. Ze hebben begrepen dat er iets moet gebeuren en ze zijn blij dat ze dat nu kunnen doen. Nee, vechten doen ze niet, dat lost niets op, daarbij zie je altijd alleen maar verliezers. Zij doen mee aan een slim, heel slim gevecht.
Hier is het, zegt Kamiel, dit is Superreus, mijn vriend. Zie je die stam en dat bladerdak? Heeft iemand van jullie ooit zo'n mooie, sterke, machtige reus in dit bos gezien? Iedereen schudt het hoofd en begrijpt wat Kamiel bedoelt: deze boom mag niet weg. Zonder iets te zeggen gaat een kring van mensen rondom tegen de boom staan. Daarvoor nog een kring en nog een en nog een. Net zolang tot alle mensen een plaatsje tegen de boom hebben gevonden. Nu zijn ze niet bang meer, samen voelen ze zich sterk.
Na een tijdje worden de eerste zaagmachines aangezet en horen ze de bomen vallen. De mannen komen steeds dichterbij, de uitvoerder gaat voorop en wijst de bomen aan. Dan ziet hij opeens de mensen rondom Superreus staan. Hij komt op hen af, vloekt en scheldt en trekt enkele mensen weg van de boom. Maar meteen lopen die terug in de kring tegen de boom. Hij roept de zagers, de chauffeurs van de shoffels en de wals. Trek ze weg, roept hij, en de mannen sleuren de mensen weg van de boom. Maar als ze hen loslaten rennen ze net zo snel weer terug. Het duurt zo een hele tijd met veel geschreeuw en geruzie. Dan geeft de uitvoerder het op. Stop, roept hij tegen zijn mannen. En dan kijkt hij kwaad naar de mensen rond de boom. Oké, schreeuwt hij, als jullie dan niet willen luisteren moeten jullie maar voelen. Wij gaan zagen. En als jullie blijven staan, zagen we jullie doormidden, eigen schuld, dreigt hij. Jullie zijn gewaarschuwd, ik meen het.
Meteen gaat Kamiel voor de uitvoerder staan. | |
[pagina 30]
| |
Van angst schreeuwt hij nog harder dan de uitvoerder. Hij roept: en ik waarschuw jullie. Als jullie Superreus omzagen dan ga ik aan de hele wereld vertellen wat er hier is gebeurd. Ik zal in de krant laten schrijven wat jullie hier doen. Iedereen zal er boos om worden dat jullie de allerbelangrijkste boom in ons regenwoud om hebben gezaagd. Ik vraag de president om te komen luisteren naar wat wij hebben te vertellen over deze dag. Laten de ministers maar komen kijken naar deze Superreus die dan dood op de grond ligt. Dan is het te laat en niemand kan hem meer rechtop zetten, o, wat zal iedereen dan een spijt hebben. En wie krijgt dan de schuld? Jullie omdat jullie niet naar ons hebben willen luisteren. Jullie zullen hier spijt van krijgen, dat is zeker. |
|