Kamiel redt een super reus
(2006)–Aly Hilberts– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |
[pagina 13]
| |
Het is nog donker als de vogels al beginnen te zingen. Vreemde dierengeluiden weerkaatsen door het woud. Kamiel luistert ernaar en herkent tussen al het gekrakeel alleen de roep van de apen. Mooi is het hier, denkt hij, zo rustig en tegelijk zo vrolijk met al die geluiden. Ja, daar zou ik nu wel wat meer over willen leren: over al deze dieren van het regenwoud. En de namen van de bomen en planten zou ik ook wel graag willen weten. Maar ja, dan moet hij naar school en daar heeft hij echt geen zin in. Nee, nou niet aan school denken en niet aan Debby. En vooral niet aan zijn moeder. Ben je al wakker, vraagt hij aan Reus. Al lang, bromt Reus, ik slaap maar kort, hooguit een uurtje. Wat doe je dan de hele nacht, vraagt Kamiel. Ik vang geluiden op en licht, zegt Reus. Er is altijd geluid en altijd licht.
En deze morgen hoor ik meer dan mijn oren kunnen verdragen Kamiel schiet rechtop, oei, zijn bed wiebelt. Hij kan zich nog net vasthouden aan een tak als de punt van zijn bed omlaag zakt. Meteen glijdt hij uit de boom en gaat tegen de stam van Reus liggen. Vertel, zegt Kamiel, wat hoor je, ik ben erg nieuwsgierig. De grom in de stem van Reus wordt nog grommeriger. Ik hoor nu machines en motoren en daar hou ik niet van, bromt Reus. Ik hoor niks hoor, zegt Kamiel. Klim naar de hoogste takken, gromt Reus, dan zul je het horen. Kamiel is nog maar op de helft of hij hoort het ook: geronk!!!!!!!!!!!! Motorgeronk en machinegeluiden.... De weg, roept hij blij, ze komen al dichtbij met het aanleggen van de weg. Hij springt uit de boom en roept: ik ga meteen kijken.
Kamiel rent door het oerwoud. Hij gunt zich geen moment rust, vooral niet nu de geluiden dichterbij komen. En dan ziet hij de enorme shofels, zandschuivers, vrachtwagens en walsen. Met open mond en grote ogen ziet hij het allemaal gebeuren. Mannen die met enorme zagen elke boom die op hun weg komt als een luciferhoutje afzagen. | |
[pagina 14]
| |
Woeste machines graven de wortels uit de grond en shoffels verschuiven bergen met zand. Een zware wals perst de kuilen vlak en dan ligt er zomaar weer een stukje oerwoud klaar voor de weg. Ademloos let Kamiel op wat er gebeurt. Als de mannen pauzeren gaat Kamiel bij hen zitten en luistert naar hun verhalen. Wat moet jij hier? vraagt opeens een man met een pak tekeningen onder zijn arm. Ben je soms op zoek naar werk? Kamiel knikt heftig: ja ik...ik zoek werk, stottert hij wat ongelukkig. Hier, pak aan, zegt de man en duwt hem zo'n zware zaag in de hand. Jij kunt mooi alle zagen bijvullen met olie. Kom maar mee dan doe ik het je een keer voor. Ze lopen samen naar een enorme tank met olie en de man laat zien hoe Kamiel de tank bij moet vullen. Kamiel kan wel juichen! Zie je nou wel, je hoeft helemaal niet naar school om werk te krijgen, denkt hij. Hij doet erg z'n best en dat zien de andere mannen ook. Als ze gaan eten en merken dat Kamiel geen brood heeft, delen ze hun boterham met hem. Doodmoe, maar blij en gelukkig komt hij die avond bij Superreus. Hij vertelt honderduit over de geweldige dingen die er ginds in het bos gebeuren. Het gaat echt snel hoor, vertelt Kamiel enthousiast. Ze komen steeds dichterbij Misschien kunnen we in de droge tijd al over de weg naar de stad. Superreus kan geen woord uitbrengen, hij kan van boosheid niet meer grommen, hij kreunt: dom-dom. Maar Kamiel lacht hem uit. |
|