Psalmen, zangen en oratoria's(1870)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] LXII. Psalm. Gerustheid in God. Gerustheid voel ik in mijn harte Bij God, mijn helper, hope en heil! Voor hem heb ik mijn alles veil, Niet wanklen zal ik in de smarte. Gerustheid voel ik in mijn harte. Hoelange zult ge kwaad bestoken, Gij, die mij tergen wilt door smaad? Eens, als de muur, die wagglend staat, Wordt gij verwezen, afgebroken. Hoelang nog zult ge kwaad bestoken? Om mijnen ondergang te zoeken, Beleggen ze eenen lasterbond, De zegen vloeit uit hunnen mond, Maar in hun binnenst grommen vloeken. Om mijnen ondergang te zoeken. [pagina 31] [p. 31] Gerustheid voel ik in mijn harte Bij God, mijn helper, hope en heil! Voor hem heb ik mijn alles veil, Niet wanklen zal ik in de smarte. Gerustheid voel ik in mijn harte. In God is mijn geluk, mijne eere, Hij is elks sterkte en toevluchtsoord! O Volk, vertrouw u op zijn woord, De kracht is aan den Heer der Heeren! In God is mijn geluk, mijne eere! Gemeene liên zijn nietigheden, De groote lieden, leugentaal! Zij, saamgewogen in de schaal, Zijn lichter nog dan ijdelheden. Gemeene liên zijn nietigheden. Bouwt niet uw heil op onderdrukken, Zet niet den geest op stofgewin, De trotschheid sluipe uw hert niet in, Wanneer ge in rijkdom mocht gelukken. Bouwt niet uw heil op onderdrukken. Een woord van God tot mijn versterken, Tweemaal vernam ik 't vroom gebod; De kracht en goedheid zijn aan God! Elk zal hij loonen volgens werken, Is Godes woord tot mijn versterken. Vorige Volgende