Nieuwe liedekens (onder pseudoniem G. Hendrikssone)(1861)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] Liever. Naar Giuseppe Garibaldi. Mij lacht de vreugd niet toe in weelde en pracht, naar lustwaranden heb ik geen verlangen; ik wandel liever door der wouden nacht, daar ruischt mijn ziel vol wilde vrijheidszangen. Ik ben niet blij, wanneer de zonnestraal mij streelend zoent bij 't geurig bloementieren, maar 'k ben verrukt, wanneer de storrem kaal de velden blaast, en woest mij komt omgieren. 't Verheugt mij niet te baden in den vloed, Als de avondschemer speelt op golf en duinen; maar 'k jubel luid bij 's vuurbergs sombren gloed, wijl alles kraakt en rond mij stort in puinen. [pagina 16] [p. 16] O, zoo de vreemdling eens ons meester wordt, mijn huisjen zal ik gauw op de Alpen bouwen, en dat het land dan maar in puinen stort', ik zal het zonder angst, met vreugd aanschouwen. Want, liever dan mijn heilig vaderland bevlekt te zien door vreemde legerbenden, zie 'k 't liever nog vergaan in storm en brand: dan zal het toch in eer zijn lijden enden. Vorige Volgende