Looverkens (onder pseudoniem G. Hendrikssone)(1859)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Goede nacht. - Aan Liza. Als zoo stil de kruidjes wenken In 't geheime wilde woud, En de zon, in 't westwaarts zinken, Haren laatsten glans ontvouwt, Op de groene malsche weiden, Waar de knapen met de meiden Dartlen in het avondgoud: - Goede nacht, Lieve Lize, Goede nacht! Als de vischjes in het water Staken spel en blij gewoel, 't Windje waait, met gul gesnater 't Rietje wiegelt aan den poel, 't Noeste bietje laat zijn ronken, 't Bloempje slaapt van dauwe dronken, [pagina 57] [p. 57] Wen de mane rijst zoo zoel: - Goede nacht, Lieve Lize, Goede nacht! Als de vogel, in de twijgen, Gode hulde heeft gebracht, Als de minnezangers zwijgen Voor de naderende nacht; Ieder diertje, bij het slapen, Liefde en lust in 't nest gaat rapen, Waar een teeder gaaiken wacht: - Goede nacht, Lieve Lize, Goede nacht! Lize, zie ginds 't verre, verre Licht, dat op uw hutte lacht; Zie, gelijk die schoone sterre, Houdt uw trouwe minnaar wacht; Tot hij eens, bij u gekomen, Aan uw blanke borst mag droomen, Wen gij aan zijn boezem smacht: - Goede nacht, Lieve Lize, Goede nacht! Vorige Volgende