Looverkens (onder pseudoniem G. Hendrikssone)

Trioletten. - Aan.....!

Op uwe lippen, uwe wangen
Speelt reine liefde, reine lust.
Ach, mocht ik met mijn lippen hangen
Aan uwe lippen, uwe wangen,
Dan vond in zalig liefdeprangen,
Mijn vuurge ziele zoete rust.
Op uwe lippen, uwe wangen
Speelt reine liefde, reine lust.

Uwe oogen, och, zijn duivenoogen,
Waarin een gantsche hemel staat.
Waar zijn ze met mijn hert gevlogen,
Uwe oogen, och, uw duivenoogen,
Die, zonder wolken omgetogen,
Zijn mijner ziele dageraad!
Uwe oogen, och, zijn duivenoogen,
Waarin een gantsche hemel staat!

Wat baat mij toch het aardsche leven,
Ons zielen in elkaâr gekust!
Och, moest ik duizendmalen sneven,
Wat baat mij toch het aardsche leven,

[p. 55]

 

Wanneer ons geesten samen zweven

 

En hen geen stoflik leed ontrust!

 

Wat baat mij toch het aardsche leven

 

Ons zielen in elkaâr gekust!