Liederen voor groote en kleine kinderen
(1879)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij
[pagina 102]
| |
Mijn sijsje zit in eene muit,
Vergulde muit!
Het put zijn baksken water uit...
En nooit te laat
Krijgt het zijn zaad.
Wie zonder kommer, zit zoo schoon
Als 't sijsjen in die gouden woon!
‘Vrijheid! gaat voor goud!’
Zong de vink en ze vloog in 't woud.
Een roosje droeg in 't wild zijn bot,
Zijn frissche bot!
Ik plantte 't in een gleisen pot,
Verzorgde 't wel;
Maar 't kwijnde snel,
En toen het droef te treuren stond,
Daar kroop een aardworm langs den grond..
‘Vrijheid!’ riep hij snood,
‘Gaat voor liefde en de roos is dood!’
|
|