Liederen voor groote en kleine kinderen(1879)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 101] [p. 101] CXIII. - Madeliefje. Uit het gras steekt madeliefje Zilvren kransjes roodgetint, Hee, hoe lacht dat hertediefje Op elk minzaam lustig kind. Madeliefje, waard te roemen, Struikje met de knopjes goud, Dat met duizend, duizend bloemen Uit de wei ons teer aanschouwt. 's Winters, 's zomers steeds het eerste, Bloemken, dat ons hert verrukt, Daarom wordt ge steeds het meeste T'allentijd door ons geplukt. Lieflijk, lieflijk madeliefje, Veel vertreden, maar steeds schoon, Ja, ge zijt een hertediefje, Onze liefde is ook uw loon. Vorige Volgende