Liederen voor groote en kleine kinderen(1879)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] XXXI. - Moederliefken. Aan mijne Moeder. Hoor, hoe trillend in de stalling Zwaalwen in het nestje kwettren, Met de gele bekjes open: Moederliefken! Moederliefken! Moederliefken komt gevlogen, Met een rupsje, dat nog kronkelt; Zie, ze spijst de naakte jongen, Moederliefken! Moederliefken! In het nestje wordt het rustig; In de stalling stil en duister, 'k Zie door 't venster bij de stove: Moederliefken! Moederliefken! Ha, ze stookt - ze kookt wat lekkers, Want ze ziet me toch zoo geerne! Ja! mijn hert begint te zingen: Moederliefken! Moederliefken! Vorige Volgende