Gedichten 1861-62
(1863)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij
[pagina 78]
| |
[pagina 79]
| |
Rozen bloeijen,
stroomen ruischen,
vrienden, dat is goed.
Laat zoo gloeijen,
laat zoo bruischen
't lustig warme bloed.
Blij bewogen
laat ons nippen
nieuwe tooverkracht,
uit hare oogen,
van haar' lippen,
vrienden, dag en nacht.
Laat ons dwalen,
laat ons kozen,
nu de mei ons groet,
honig halen
uit de rozen
als de bie het doet.
|
|