Gedichten 1861-62
(1863)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij
[pagina 76]
| |
[pagina 77]
| |
Gansch de nacht, gij weenen zoudt,
kon dit weenen baten,
daar mijn meisjen op wat goud
al haar heil en liefde bouwt,
en mij heeft verlaten.
|
|