Gedichten 1861-62(1863)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] Menschlievendheid. ludwig storm. Zij hebben 't buiksken vol gesmuld, zoo warm en lustig vloeit hun bloed; ze zijn met menschenmin vervuld en willen iedereen nu goed. Zij drukken zacht elkaàr de hand en wandlen rond den leègen disch; zij wenschen heil aan 't vaderland, aan wijn, aan worsten en aan visch. [pagina 73] [p. 73] De wereldschen, de geestlijkheid, 'k geloof dat zij zich goed verstaan: zij minnen elk vol tederheid, wanneer hun' maag is wel gedaan. Vorige Volgende