Gedichten 1861-62
(1863)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij
[pagina 42]
| |
[pagina 43]
| |
Ter stede komt het meisjen,
zij zoekt haar huisgerief;
maar vindt ook menig reisjen
een' flinken hertedief.
Zoo toont zich, naar gewendte,
de zoete levenslust,
wanneer de gulle lente
de herten wakker kust.
|
|