Zwaantien. Ze staan daar allemaal. Ja, hij kan wel rustig zijn.... Dat hebben ze gezegd....
Hij dommelt in. Er staan vertrouwde gestalten naast zijn bed.
Maar uit het haardvuur staan daarna weer anderen op.... Hoe vaak heeft hij ze in zijn verbeelding gezien, als hij daar tegenover de peinzende strijder zat en vertelde van oude tijden? Hij zag ze en met ernstige aandacht heeft hij ze aan anderen getoond.... Nu keren ze terug....
‘Och Jans, ie moet toch rustig wezen.’
Zegt Marchien dat?.... Ja, daar staat zij. Hij knippert met zijn ogen.
‘Jans,’ herhaalt zij wat later, als het morgen is, ‘ie moet rustig wezen.... begriep ie mij wel?’
Hij knikt. Ja, hij hoort wel goed, wat zij zegt.
‘Ja, maar ik bedoel meer.... Ik heb 't je toch wel vaker zegd, Jans.... Een mens mag niet bijgelovig wezen.... Ie haalden aided van allerlei rare vertellegies bij mekaar. En ie geloofden 't allemaal.... En dat is mis....’
Hij kijkt haar aan. Zij praat zo moederlijk vermanend....
‘Ie geloofden, dat er allemaal rare dingen waren.’
Zij zegt, dat hij dat heeft geloofd.... Gelooft hij het nu dan niet meer?.... Hij kijkt peinzend voor zich uit.... Het was niet goed, heeft ze gezegd.... Nee, het is verkeerd geweest. Hij voelt het wel....
Waarom geeft hem dat nu zo'n vreemde rust?
Zij is nu stil. Zij kijkt hem aan. Zij zit voor zijn bed. Het is morgen....
‘Ja....’ begint ze weer, aarzelend, ‘ik weet dat allemaal wel.... En wij hebt 't er ook wel eens vaker over had....’
Hij knikt, wat verlegen.
‘Ie hadden 't over rare, onzinnige middelties voor dit en voor dat.... Ie hadden 't over akelige dingen, over spoken altmet.... En ie geloofden 't zelf. En toch - het was verkeerd. Moet een mens zo door 't leven gaan? Bijgelovig en benauwd voor dingen die er niet bint? Ie weet wel beter, Jans.’
Ja, hij weet het ook eigenlijk wel beter....
‘Wij moet leven, zoals ons in de Biebel leerd wordt,’ zegt ze.
Hij knikt.
‘Jans,’ zegt ze plotseling heel warm en open, ‘ik heb 't soms aan de Heere vraagd, of Hij je helpen wil....’
Nu wendt zij toch haar ogen af. Het is moeilijk om over die dingen te praten.... Maar zijn ze niet van groot gewicht?
‘Ja,’ zegt de oude man met zachte stem, ‘'t was misschien niet goed....’
‘Nee Jans,’ zegt zij beslist, ‘'t was verkeerd. 't Was zonde.’
Hij knikt.
‘Wij moet helemaal op de Heere vertrouwen,’ zo vervolgt zij. ‘O, ik weet wel, dat ik dat ook niet doe.... Maar 't moet. En daarom heb ik ook