Dadelijk gingen de dappere jongens weêr op weg. Oehoehoe moest weêr meê, want aan hem hadden zij het vangen van het eerste beest te danken.
En waarlijk, het gelukte hem weêr op de zelfde manier een jongen baviaan bij zich te lokken en - aan dit beest was heemaal niets te merken! Nu zou de regen zeker wel los komen!
De profetes ontstak groote vuren boven op een bergtop en liet zich het beest daar brengen. Het werd vastgebonden, en toen moesten alle mannen weer naar beneden gaan. De profetes moest alléén met de geesten spreken.
De menschen beneden zagen haar hare magere armen uitstrekken naar de wolken, alsof ze hen om regen smeekte, en dan weêr dreigde zij ze met een assegaai.
Zij lachte in haar vuistje, want zij kende precies alle teekenen aan de lucht, en zij wist zeker dat er gauw een erge donderbui zou komen.
Langzamerhand begon dan ook de lucht te betrekken, de wind bedaarde, en het werd drukkend warm.
De profetes danste van blijdschap, en maakte allerlei grimassen boven op den berg.
De lucht begon er hoe langer hoe zwarter uit te zien, en nu kwam de vrouw naar beneden; ze begon bang te worden, daar op den bergtop.
Nu kwam er een vreeselijke bliksemstraal, en dadelijk daarop een donderslag, zóó verschrikkelijk, dat alle menschen naar hunne hutten vluchtten.
Het ééne oogenblik leek het geheele land zoo zwart als inkt, het volgende was alles één vlam, - een witte verblindende vlam! Een lange donderslag weêrklonk, en het gerom-