haar eitjes deponeerd. Deze vakjes vergroten zich en er vormen zich daarna dekseltjes over de vakjes en geven de rug een bijen-raat-achtig uitzien. In de vakjes ontwikkelen de kleine pipa-padjes zich uit de eieren. En zo zit op de rug van de moederpad elk kleine pipa-padje in een gesloten cel. Wanneer de kleine padjes helemaal gevormd zijn, breekt het dekseltje van de cel open en de kleine pipa-pad verlaat de rug van de moeder.
De kleur van de padden is vies-bruin en de buik lichtgeel.
Het is de enige pad in heel Zuid-Amerika die geen tong heeft. Dit is nodig, gezien zijn leefwijze om de vissen in hun heheel op te slokken. Met een tong zou het moeilijk gaan.
Als de padden in het water vertoeven maken ze een blikachtig klikkend geluid, dat is hun kwaken.
Ze blijven plat op de bodem van zwampen en kreken onder water en zwemmen in de nacht aktief rond. Ook begeven zij zich in de nacht al springend over land, dit doen ze nooit overdag.