Nog wat over de vissen
De Wara-Wara komt ook voor in de vroeger oude stenen-putten, waarin zij door (de) mensen werden uitgezet en waarin zij tientallen jaren kunnen leven. Ze leven op de mosbegroeiing van de stenen.
De Sparie of stekelrog kan de visser verjagen door fijn gestampte Kasjoe-pitten (Anacardium occidentale ) in het water te werpen.
De Sidderaal ontlaadt zijn elektrische stroom niet, wanneer men fijngestampte Mokko-Mokko (Montrchardia arborescens. Scott.) of Lemmetjesap (Citrus aurantifolia, swingle) in het water werpt of op de sidderaal zelf.
De temparatuur van het water in de rivieren in de binnenlanden bedraagt 27-31 C. De laatstegenoemde temparatuur wordt vaak in oktober bereikt. De kreken hebben vaak een temperatuur van 22 C, b.v. de Mamadang-krekie bij de Mamadang aan de Boven-Saramaccarivier bij Njoeng Jacob kondre.
In alle Surinaamse rivieren komen niet dezelfde vissoorten voor. Zo komt de Meerval (Corydoras melanistus) in de omstreken van Kwakoegron aan de Boven Saramacca-rivier voor. De blauwe Meerval (Corydoras aeneus) komt daar minder voor. Een witte type, Corydoras sanchesi, komt voor vanaf de Grassi-vallen en bovenlopen van de Boven Saramacca-rivier. Van 1958 af komt deze witte soort (Corydoras sanchesi) voor in de omgeving van de Mamadang-vallen bij Njoeg-Jacob-kondre.
Door de schrijver werden 800 witte Corydoras sanchesi. Nijssen, bij Posoe-groenoe gevangen en naar Njoeg Jacob kondre overgebracht en daar uitgezet in oktober 1958.
Twee jaren later kon men daar scholen van deze witte visjes zien rondzwemmen. Voordien kwamen daar alleen de Corydoras melanitus voor.
In de Boven Suriname-rivier vindt men wel een andere Corydoras-soort, de Panter-Corydoras (Corydoras punctatus, maar in het ge-