Een kreekoever bij laagwater in het kustgebied
Door het grote getijverschil vallen bij laagwater in het kustgebied veel kreken droog of blijft er maar een geringe hoeveelheid water achter. Met het zakken van het water, trekken ook de vissen weg.
De Reigers of Sabakoe rusten na het vissen uit en kijken nieuwsgierig toe naar de onwennig rondscharrelende schildpadden of arakka's.
De Kikkerkopschilpad doet zijn naam alle eer aan. Bij gevaar trekt hij zijn kop niet in, maar buigt hem langs de voorpoten om. Deze schildpadden eten insekten, weekdieren, vissen en zelfs kleine zoogdieren.
De Brilkaaiman of Kai-mang, zo te zien een traag beest, kan bij onraad via een zandbank snel een goed heenkomen zoeken, een sleepspoor van zijn staart achterlatend. Sneller is hij in het water.
De krachtige staart en zwemvliezen tussen de tenen van de achterpoten, maken hem tot een uitstekend zwemmer. De zijdelings afgeplatte staart kan ook als wapen gebruikt worden. Een volwassen Brilkaaiman wordt vrijwel nooit langer dan 2,25 meter. Als de Brilkaaiman in het water op een prooi ligt te loeren, steken alleen neusgaten, ogen en oren boven water uit. De ‘bril’ van de kaaiman bestaat uit een benige richel tussen de oogkassen. Het voedsel bestaat meestal uit zoogdieren, kleine vogels, eieren en visjes.
De Steltkluut stapt met lange poten parmantig rond, op zoek naar keverlarven, wormen en vliegen.