Brokstukken uit de Surinaamse dierenwereld
(1978)–H. Heyde–
[pagina 7]
| |
Het voedsel bestaat in hoofdzaak uit zoogdieren en vogels, soms echter ook uit kaaimans. Hij leeft in moerassen (zwampen) en rivieren. Tussen bamboe of op een boomtak in de rivier voelt hij zich het beste thuis. Grote exemplaren kunnen gevaarlijk zijn voor mensen. Nadat de Aboma of Anaconda geworpen heeft gaat hij na 1 of 2 maanden dood, dit volgens de Bosnegers. En dit werd twee keren waargenomen in de gevangenschap in Paramaribo door schrijver.
De mutsapen of hoa ook wel wittie-fesie Kessie-Kessie genoemd, zijn de lawaaimakers in het bos. In die bosgedeelten waar ze nog geen kennis gemaakt hebben met het geweer, zitten ze nieuwsgierig piepend hoog in de bomen, boven de wandelaar. Een Specht of timre-mang timmert ijverig op een boom. Door het verkregen gat in de schors, laat hij zijn lange kleverige tong achter de schors heen en weer spelen om er insekten aan vast te plakken. De Zwarte ibis of koro-koro heeft zijn slaapplaats in bomen langs de rivier. 's Morgens om vijf uur vliegen ze langs de oevers en laten onophoudelijk het karakteristieke ‘korrokorro’ geluid horen. Op de modderbanken zoeken ze ingegraven wormen, krabben, kleine garnaalachtige diertjes en schelpdieren. |
|