buurt gewekt door het schallende Deutschland über alles, na het plechtig hijsen van de hakenkruisvlag, gevolgd door het Horst Wessellied.
En als de dienstdoende ss-Obersturmführer niet altijd zo stram in de houding had gestaan en naar de overkant had gekeken, dan had hij daar de gordijnen zien bewegen en een kleine weerloze jodin met haar grote droevige ogen meewarig hebben zien toekijken.
Neen, welbeschouwd, veiliger konden ze niet zitten.
En het was alweer alsof de goddelijke voorzienigheid het zo bestierd had. 'n Week later ging het gerucht dat er weer inkwartiering zou komen. Op 'n zondag, zonder voorafgaande waarschuwing.
Wij dus het kindermeisje en de dienstbode weggestuurd, het huis op slot, en wandelen met het hele gezin.
We brachten nog 'n bezoek aan mijn ouders en aan m'n zuster, en toen we na lange tijd weer bij ons huis kwamen, hingen daar inderdaad twee officieren verveeld en ongeduldig tegen het hek, hun bagage voor hen op de grond.
Wij deden alsof we er niets mee te maken hadden en liepen aan de overkant de singel af. En herhaalden dit nog 'n paar keer.
Maar uiteindelijk moesten we toch eens naar huis, het liep tegen zessen. De twee sprongen in de houding, groetten vriendelijk, stelden zich netjes voor, pakten hun gepäck, en ze zaten bij ons binnen.
En deze keer hielpen geen huilende kinderen meer, hier was niets tegen te doen, de Wehrmacht zat weer bij ons in huis.
Het bleken twee heel nette kerels, goed opgevoed en, hoewel eenzijdig geïndoctrineerd, geen echte nazi's. Misschien daarom dat we ineens zo veel lef hadden, want we hebben ze zo honds mogelijk behandeld, en ik begrijp nóg niet dat het geen ernstige gevolgen heeft gehad.
Toen de een die meestal het woord voerde beleefd vroeg of ze met ons aan tafel mochten eten antwoordde ik bars: ‘Nein’.
En of ze 's avonds in onze zitkamer mochten komen om zich wat te verpozen: ‘Un-möglich. Wir sind eine holländische Familie, wir wollen hier keine Ausländer.’ Punt.
En ze bleven netjes boven. In dezelfde kamer waar de Van Dalsums hadden vertoefd. Nog een keer probeerde hij het. Zijn maat was een tüchtiger Klavierspeler en ze hadden mijn mooie vleugel gezien.