1. Ga rustig slapen
Ze kwamen 's ochtends zo ongeveer om half zes, zes uur.
De avond tevoren hadden we nog met de buurt een gezellig kienavondje gehad in Theo Kochs restaurant ‘Aux Arcades’ tegenover de Sint Lambertuskerk. Gevolgd door een voortreffelijk etentje want de dikke Koch, 'n geboren Duitser, was een gerenommeerde kok.
We waren dus laat in bed, en na al die goede wijn sliep ik vast.
Quirina was het eerst wakker. Ze had een vreemd geronk gehoord buiten. En toen ze mij gepord had, hoorde ik het ook.
Plotseling gevolgd door een zware dreun op afstand.
Jezus, dat is het fort Eben Eymael, er is wat aan de hand.
Ze komen eraan, dacht Quirina.
Kan niet, zei ik, minister Colijn heeft gezegd ga rustig slapen, ons gebeurt niks, Nederland is neutraal.
Maar het geronk hield aan, er schenen vliegtuigen over te komen en we werden allebei ongerust. Nee, eigenlijk meer opgewonden, dit zou wel eens oorlog kunnen zijn, spannend, nog nooit meegemaakt.
Even wachten op het volgende schot uit Eben Eymael.
Maar dat kwam niet, en ook verder was het ineens stil.
We kleedden ons vlug aan en gingen buiten kijken.
En zagen dat een stralende zon was opgegaan om van die tiende mei een heerlijke lentedag te maken.
We bleken niet de enigen op straat, er stonden mensen voor hun deuren vreemd te kijken, maar de opvallendste was buurvrouw Solleveld. Mevrouw Solleveld was een echte Duitse, nogal flink van omvang, getrouwd met een ambtenaar van de Stroomverkoopmaatschappij.
Ik had haar altijd verdacht van nazi-sympathieën maar ze liep nu in 'n fraai beige mantelpak opgewonden met 'n paraplu in de lucht te zwaaien. ‘Da kommen sie’ schreeuwde ze, ‘die Schufte, de Schmierlappe, sie kommen!’
De verwarring werd nog groter toen er van op de hoek geweervuur klonk. Hoe kon dat, waren de moffen nu al in Maastricht?
Jazeker, nog geen tien minuten later kwamen twintig dertig groengeüni-