15. De vervulling
Het werd de langste ruk van onze hele reis, niet eerder dan op het schiereiland van Giens zouden we weer land aandoen. Tussen Sicié en Giens ligt menige mooie haven en aangezien de wind zachtjes zuid bleef (uitlopers van de ‘largade’), konden we in feite alles aanzeilen. Het liep er dus op uit dat we nergens binnenvielen, het varen was te fijn.
Eerst legden we zestig graden voor op Marégau, maar draaiden, 'n eind op weg, twee streken meer naar kaap Cépet. En toen deze grijs en goeiig uit de nevels opgedoken was zagen we heel vaag aan de overkant de punt van Carqueiranne. Hiertussen ligt 'n gift van de natuur, de beschutte baai van Toulon met haventjes als Saint Mandrier, La Seyne en Le Mourillon.
Maar waarom er binnenlopen, het ging zo lekker, en het was lunchtijd! In Sanary had ik nog 'n paar mooie tongetjes gekocht, we zetten het roer vast, haalden de beestjes tevoorschijn, de Chablis, het stokbrood, de mayonaise, Quirina bakte wat aubergines en terwijl de Aegis getrouw oostwaarts kabbelde genoten wij een godenmaal.
Ik stortte een stil gebed. Ik wist niet meer of ik dit alles wel verdiend had, en ik hamerde me in m'n hoofd dat ik er toch eerlijk voor gewerkt had en dat iedereen het gewoon na kon doen. En ik dacht aan Havekes, en aan de landgenoten die op dit ogenblik op de Westeinder worstelden, aan allen die nu in windkracht zeven in de nattigheid op de kouwe Zuiderzee kommerden. Ja, leve Havekes, murmelde ik nog. En bleek toen, zwaar van de bourgondische wijn, godzalig ingeslapen.
We werden pas wakker toen het schip heel vreemd ging doen. De wind bleek 'n eind naar het westen gedraaid, we waren de punt van Carqueiranne allang voorbij en we moesten nu 'n tijd zuidoost 150 sturen om langs de rotsen van de Fourmigues te komen. Langzaam doken zij uit de nevel op met verder oostelijk de contouren van het schiereiland Giens. Daar trokken de nevels weg en door de kijker zag ik honderden baders op de kleine strandjes krioelen, waarschijnlijk afgunstig op dat witte scheepje dat daar vlak vóór hen alle rust en ruimte had.