12. De dikke
's Middags ankerde dicht in de buurt een heel groot motorjacht en wat daaruit tevoorschijn kwam sloeg ons met verbazing. ‘De Zwarte Tijger’ stond er met grote letters op het glanzend witte schip en 'n gespierde zeeman, kennelijk de schipper, liet van dek 'n klein bijbootje neer. Erin af daalde een mooie, blonde vrouw van middelbare leeftijd, luchtig gekleed, maar duidelijk door Dior of zo. Dan de schipper zelf, want die moest kennelijk roeien. Wij dachten dat dit alles was, maar het boeiendste kwam nog. Aan dek verscheen nu 'n meneer die letterlijk bijna even breed als hoog was. Als hij in het wit gestoken was, zou het 'n levende reclame van Michelin geweest zijn, maar hij droeg 'n glanzend grijs zomerpak en op het hoofd 'n klein wit matrozenpetje dat het geheel 'n intens kinderachtig effect verleende.
Edoch, hij keek heel ernstig, en toen de vleesmassa toch opvallend lenig zich naar de zeereling begaf om in de bijboot af te dalen, verwachtte iedereen het ergste. Dit werd zinken, dat was duidelijk; jammer van dat pakje van Dior en wie zou die dikke ooit weer op het droge krijgen!
Maar alles bleek berekend; toen het gevaarte behoedzaam in het bootje was gegleden, steeg het water net tot de kabelaring en de schipper kon roeien. Ik heb ze nog 'n tijdje gevolgd, maar ze zijn niet gezonken.
In Frankrijk kan alles, dacht ik, en het lukt nog ook. Zelfs baden in de mistral, zoals ik sommige vermetelen zag doen. De wind is aflandig, maar woelt toch op zo'n driftige manier de wateren om dat het respect der vissers volkomen te begrijpen is, geen schuit vaart uit. En de volgende dag kwam er nog 'n schepje bovenop, ik schatte de windkracht nu wel acht tot negen, de baai van Bandol leek 'n schuimbekkend monster.
Gezien vanaf de hoge rotsen is het bijzonder indrukwekkend, en toch is het bevattelijk. Want anders dan bij onze Noordzeestormen schijnt hier bij dit alles een feestelijke zon. Het lijkt allemaal geregisseerd, klassieke mythen worden duidelijk: natuurgeweld en toch geen wanhoop, bovenmenselijke kracht en toch doorzichtig; het is of er in al dat geweld nog altijd plaats blijft voor de mens, wie hier in ten onder gaat, sterft voor iets schoons.