Heel eenvoudig. Tenminste, de Rhône is geen kattepis, de Rhône is formidabel. Maar ik ken de weg, en ik doe het altijd alleen. Je krijgt geen kerel mee voor zolang. En aan vrouwen heb je niks, die zijn alleen goed voor smoesjes in bed, die houen niet van zeilen.’
Toch merkte ik op dat ik er een in de kajuit had liggen.
‘Ah maar dat is natuurlijk 'n Hollandse, da's andere koek, 'n Hollandse is formidabel. Van Adams andere rib, daar heb je wat aan.’
Toch voegde hij er ietwat meewarig aan toe ‘Nou 't beste ermee, maat. Maar haal voor je in je kajuit kruipt even je vlag neer, de zon gaat onder.’
Inderdaad, z'n vlagétiquette was in orde.
We sliepen die nacht niet al te best. Uit al die struiken kwamen zwermen muggen en Jantje naast ons had als stootwillen oude autobanden die met het wiegen van het schip afschuwelijk kraakten. Na uren woelen volgde ik Quirina's voorbeeld, ik stopte watten in m'n oren, trok het laken tot ver over mijn hoofd en zeeg tenslotte in Morpheus' armen.
Het eerste ontwaken in een eigen schip aan de azuren kust is een volstrekt unieke gebeurtenis. In heel Europa gaat de zon op, nergens echter met zo'n onweersprekelijke majesteit als aan Frankrijks zuidelijke kustrand. De hele hemel vlekkeloos blauw, in de verte wazig overgaand in een al even blauwe zee, waaruit vlak vóór ons tot zover we kijken konden de okergrijze rotsen torenhoog oprezen, hooghartig en uitnodigend tegelijk. We waren snel overeind en bleven kijken, dronken van het vergezicht. Kijken naar een ongedachte wereld, onbegrijpelijk en toch vlak vóór ons.
Totdat we in de ‘Petit Jean’ naast ons ook gerommel hoorden. 'n Paar blikken vielen om, 'n plank sloeg neer, en daar verscheen de eigenaar.
‘Goedemorgen’ riep ik, ‘wat zegt u van dit weertje!’
Hij keek ons wat slaperig en verward aan, alsof hij niet goed begreep wat ik bedoelde.
‘Is 't niet prachtig? Geen wolkje aan de hemel!’
‘O ja formidabel. Da's hier altijd zo. Daarom kóm ik hier ook.’
‘Wat denkt U, valt er vandaag te varen? Ik bedoel, het weer kan hier wel eens plotseling omslaan, hebben ze me verteld.’
‘Omslaan? Haha, 't wordt vandaag weer zonnewind, da's duidelijk. 't Veulen komt eruit en dat blijft voorlopig zo. Over een paar dagen misschien 'n mistral, maar die kun je zien aankomen.’
‘Hoe kun je die zien aankomen?’
‘Hebt U 'n hygrometer aan boord?’