Nederduitse orthographie
(1971)–Pontus de Heuiter– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 89]
| |
Ga naar margenoot+ Iason de Heuiter Ga naar voetnoot1)Als een werc met arbeitGa naar voetnoot2) eensGa naar voetnoot3) is volbraht
Hou laing ooc den tiit
LooptGa naar voetnoot4) met piin en
striit,
Des arbeiders krainc
Met, of zonder dwainc
Hii is verheuht, ooc van wiet wart verahtGa naar voetnoot5).
Hii peist als een mouder zonder storenGa naar voetnoot6),
Ic zie nu miin kint,
Dat miin hart bemint,
Ic hebt gedragen
Veel lainge dagen,
Door Goods gracii ist van mii geboren.
Den lantman zuirlicGa naar voetnoot7) arbeit naht en dah,
Om eens vercrigen
Door swaerlic higenGa naar voetnoot8),
Vruhten veel en schoon,
Vit des hemels throon,
Daer hii met ziin kinders af leven mah.
Den koopman ooc allesins onbevreest,
Zietmen stoutGa naar voetnoot9) ziin liifGa naar voetnoot10),
Ja kinders met t'wiif,
Stellen in genai
Van fortuinsGa naar voetnoot11) gedrai,
Om eensGa naar voetnoot12) te
vercrigen, dat hii zouct meest.
Is tmenschen verstant alleen verboden,
Voorts te breingen zaen
Ga naar margenoot+Dat het heeft gelaenGa naar voetnoot13)?
Maht niet ziin gemait
Dat het heeft gezait?
Van waer komen ons dees straffe bodenGa naar voetnoot14)?
| |
[pagina 90]
| |
Mah tmenschen verstant voor quaet en goutGa naar voetnoot1)
Niet laten bliken
In alle wiken,
Riuiere en stroom,
Ziin komenschap vroomGa naar voetnoot2),
Ziin woukereGa naar voetnoot3) groot,
en winnijnge zout?
Waert om horen, is hem niet gegevenGa naar voetnoot4)?
Ist al tegen wintGa naar voetnoot5)
Dat tverstant begint?
Alle gezelschap,
Schout het verstants klapGa naar voetnoot6)?
Neen, neen, het doohtGa naar voetnoot7) ooc hier wat int leven.
Dus weh, weh al ghii quadeGa naar voetnoot8) klappers boos,
Men aht doh op u
Niet een hair meer nu,
Men wil u niet meer,
Ghii ziit zonder eer,
Ghii ontdectGa naar voetnoot9)
doh zelve u valsheit loos.
|
|