2 december 1930: Ritter aan A. van Wijhe-Smeding in Nieuwveen:
Zeer geachte Mevrouw,
Onder referte aan mijn schrijven dd. 20 November jl. deel ik U thans mede, dat ik de spreekbeurt op Zondag 18 Januari 1930 voor den AVRO-microfoon voor U heb vrijgemaakt, bij gelegenheid waarvan U dan zoudt kunnen spreken over Uw eigen werk. Als honorarium voor deze beurt kan ik U fl. 50, - toestaan.
Ik verzoek U, mij zoo spoedig mogelijk te willen berichten, of U deze datum past, waarna ik U direct nadere gegevens zal doen toekomen.
Met hoogachting en beleefde groeten,
P.H. Ritter Jr.