1 december 1930: De AVRO aan Ritter:
Hooggeachte Dr. Ritter,
In antwoord op Uw brief dd. 26 November j.l. deel ik U mede, dat de heer de Vita zich intusschen bevredigd toont na een uiteenzetting van mijne zijde, zoodat deze zaak als afgedaan kan worden beschouwd.
Met de meeste hoogachting, F.C. van der Woord [administrateur].