De roffelende paukenslagen
Heeft de herfst ook een B-kant?
De A-kant kennen we wel. Vallende bladeren. Vallende regeringen. Struikelende staatshoofden.
Regen en mist en nevel in het hoofd. Regen vallend op het hart. Depressies in de buurt van het middenrif.
De A-kant van de herfst is welbekend.
De laatste vruchten, de laatste zonnestralen, de laatste trimmers in het veld.
Maar de B-kant? De commerciële kant!
‘Hebt u uw herfst-service al gehad?’ En dat gaat niet om u persoonlijk, maar om uw auto.
De herfst-service: moet dat dan alweer? Hebben we niet genoeg om aan te denken als de herfst nadert om ook nog aan die service te moeten denken?
Moet elk seizoen dan zo vercommercialiseerd worden?
Vroeger was het: ‘Laat je nakijken!’ Tegenwoordig is het: ‘Laat je auto nakijken!’
Ik voor mij houd het toch maar bij die A-kant.
Een grote herfstwind.
Storm over het dak.
Ronddwarrelende bladeren op het mos. Schuin licht tegen de boomstam.
Kinderen voetballend tussen dorrende bomen. En heel ver weg een lucht van vergaan.
Geef mij maar die forse jubelende stem van de wind op de A-kant. En die fijne, breekbare viool-stem van het dunste licht van de wereld.
De B-kant hoef ik niet te horen. Commercieel geroffel. ‘De herfst-service’! Voor je auto, notabene. Moeten we dan altijd aan onze auto denken?
De herfst-service voor mijzelf! Lopen door het stilste grijs