Kroket in het Engels
In Heerlen viert een gymnasium zijn vijftig-jarig bestaansfeest.
Het is eigenlijk te gek dat er nog gymnasia zijn. Het gymnasium is een diersoort dat allang uitgestorven had moeten zijn. Maar op een of andere manier is het erin geslaagd in leven te blijven.
Het gymnasium blijkt niet uit te roeien, zoals Horatius, Homerus, Vergilius en Pindarus niet uit te roeien zijn. Maar het blijft vreemd. Want wat doe je eigenlijk met Grieks? Wat doe je met Latijn?
Er is geen land ter wereld waar ze nog klassieke talen spreken. Vraag het maar aan Neckermann.
Er is geen eilandje op aarde waar je nog de ‘klassieken’ kunt aantreffen. Wat je wel vindt zijn hun nakomelingen.
Een kind begrijpt dat ze in Engeland Engels spreken en in Frankrijk Frans. Een kind weet dat je veel nut kunt hebben van die talen.
Dat is het: nut. Het komt in onze maatschappij op nuttigheid aan! En daar zit 'm de knoop: Grieks en Latijn hebben geen aanwijsbaar nut. Je kunt met de kennis van Latijn geen inkopen doen in Londen, niet de weg vragen in Parijs en zelfs geen menukaart vragen in Athene.
Niets van dat alles.
Het gymnasium, waar ze je de klassieke talen leren, is eigenlijk een overbodige school. Je komt er niet verder mee. Weg met die school dus.
Met een mondjevol brabbel-Frans kun je je in heel Frankrijk behelpen. En in heel Zweden spreken ze Engels.
Wat heb je aan uitgestorven talen? Ja, wat heb je überhaupt aan cultuur? Wat zegt dat nou: Homerus of Vergilius? Als je weet wat ‘kroket’ in het Engels is, kom je overal terecht.