Zeden
Onze politici heffen tegenwoordig graag ‘zedenzangen’ aan. Het is een dichtsoort die hen ligt. Hoe meer ‘zedenzangen’ ze dichten, hoe meer toejuichingen ze ontvangen van een naar ouderwetse vroomheid snakkend publiek. Deze politici prediken dat we ons leven moeten beteren en dat we de slechte paden moeten verlaten. Een aanmaning tot braafheid zogezegd.
Deze moralistische betrachtingen komen uit een verdachte hoek. Ze komen meestal van politici die naar vroegere tijden terugverlangen, toen de eenvoudige man zijn best deed om zijn regeerders welgevallig te zijn. Zodat die des te zorgelozer hun regime zouden kunnen uitoefenen.
Maar moeten we niet oppassen voor hen die de passie preken, voor hen die zo goed weten hoe anderen moeten leven? Zij doen dat niet uit bezorgdheid des harten maar om er hun voordeel mee te doen.
Zeker, er breekt in ieders leven wel eens 'n moment aan dat hij zich op zichzelf gaat bezinnen en dat hij tot de conclusie komt dat hij zijn leven ‘fout’ geleefd heeft. Maar deze bezinning komt van binnen uit en is geen resultaat van een aktie van hogerhand.
Niet zij die oproepen tot een ‘reveil’ brengen een omwenteling teweeg. Net zomin als zij die ‘Here Here’ roepen alleen daarom al de deur van de hemel binnen zullen gaan.
Hoogwaardigheidsbekleders, politici en regeerders zijn niet de aangewezen personen om ons de rechte weg te wijzen. Zij zouden, om te beginnen, zich eerst maar eens van hun macht moeten ontdoen. Wie gelooft de rijke die de armoe predikt?
‘Het jaar 1983 wordt een rampjaar!’ heeft onlangs een van hen uitgeroepen. Het is alsof hij zeggen wil: ‘Beter je leven,