Verlustiging
‘Verlustiging van mijn ouderdom’ is de titel van een dichtbundel van de 18de-eeuwse dichter Rhijnvis Feith.
De ouderdom: is dat een ideale levensperiode? Of is ouderdom integendeel een schrikbeeld voor de nog jonge mens?
Er zijn veel oude mensen. Uit niets blijkt dat ze zich ongelukkiger voelen dan jonge mensen. Vaak zijn ze strijdlustiger dan die jongeren: de ouderen worden er zich van bewust dat ze een macht in de maatschappij vormen.
Is ouderdom een ‘verlustiging’? Voor iemand die vanuit zijn druk, woelig en ongemakkelijke leven naar de oudere mens kijkt, lijkt dat vaak zo. De oudere mens hoeft inderdaad niet meer te voldoen aan eisen die de maatschappij aan de jongere mens stelt.
Hij kan er vanuit een afstand naar kijken. Hij kan rustig zijn mening over allerlei zaken geven zonder dat hij daarover verantwoording hoeft af te leggen. Hij heeft weinig verplichtingen meer. Hij kan, indien hij gezond is, in kalme rust en ja, zelfs vrolijk door het leven gaan. Want wie of wat zou hij nog vrezen?
De dood soms?
Toch is dat een idealistisch beeld. Net zomin als de jeugd altijd alleen maar ‘onstuimig’ is en vol ‘daadkracht’ en ‘jong élan’, is de ouderdom alleen maar de tijd van de bezonken wijsheid. Er zijn ouderen die onstuimiger zijn dan jongeren. En er zijn jongeren die wijzer zijn dan ouderen.
Ouderdom en wijsheid hoeven niet samen te gaan. Ouderen hebben soms dezelfde vooroordelen die jongeren koesteren. Er zijn mensen die, al worden ze honderd, niets van het leven blijken geleerd te hebben, terwijl een achttienjarige vaak al ‘volwassen’ is en ‘wijs’. Dezelfde mens die eens jong was, is oud geworden. Het is geen ‘andere’ mens. Maar dat