Onkruid
Onkruid is dát soort groen dat we buiten onze liefdevolle zorg sluiten omdat het ons niet bevalt. Zo bevallen ons ook niet woonwagenbewoners, zigeuners, negers, druggebruikers en in het algemeen mensen die een afwijkend gedrag vertonen.
We tellen hen niet onder de normale burgers waartoe wij zelf behoren. Burgers die de maatstaf bepalen waarnaar anderen gemeten worden. De maatschappij is zodanig ingericht dat mensen zoals wij het goed hebben, ons ongestoord kunnen bewegen en ons aan onze eigenlijke arbeid kunnen overgeven: te zorgen dat we het goed hebben.
Omdat het ons inderdaad goed gaat en de anderen niet, hebben we het idee dat God ons helpt. Zijn wij immers niet godsdienstig, ja, bezoeken we niet de kerk? Gaan we niet naar bedevaartsoorden en steken we daar geen kaarsen op? Wij zijn het goede kruid. Onkruid moeten we weren.
Plantsoenen, keurig aangeharkt, geknipt, gesnoeid en verzorgd, dat is de ware vreugde van ons, burgers.
Onkruid mag er op die plantsoenen niet staan omdat we onder elkaar uitgemaakt hebben dat onkruid niet mooi is en niet geschikt voor openbaar groen.
Maar is onkruid niet de onopgepoetste natuur zelf in al haar vruchtbaarheid?
Natuurlijk. Maar dat baart ons juist zorg. We kunnen de onvermengde natuur niet verdragen. Natuur moet aan ons aangepast zijn, anders zijn we er bang voor. ‘Openbare werken’ gebruikt chemische bestrijdingsmiddelen om onkruid te bestrijden, zoals bepaalde rechtse groeperingen het zogenaamde ‘onkruid’ uit de samenleving willen verwijderen.
‘Openbare werken’ vindt dat onkruid niet past. Onkruid