blijkt nu leuk geweest te zijn voor de vrije uren, 's avonds of in het weekend. Je hebt aan je hobby geen dagtaak. Een hobby is vaak alleen maar mooi omdat hij als tegenwicht dient tegen het werk op fabriek of kantoor.
Om de tijd na je pensionering zinvol te vullen is een eenvoudige hobby nauwelijks toereikend. Je moet iets hebben dat in plaats van je baan komt, anders is er te weinig. Televisie kijken is geen hobby, en evenmin een straatje ómlopen. De hond uitlaten is leuk, maar je vult er je dag niet mee. Als je nooit in de tuin gewerkt hebt, ga je dat ook niet doen als je gepensioneerd bent, en je gaat ook niet uitvoerig wandelen of studeren als je dat voordien nooit gedaan hebt.
De waarde van geregelde arbeid wordt onderschat. Werk is méér dan een salaris. Werk, een baan hebben geeft je een gevoel van eigenwaarde, ook al is die baan nog zo klein. Arbeid verdrijft definitief de verveling. Dank zij deze arbeid krijgt het leven zin, heb je je plaatsje in de maatschappij.
Iemand die zegt: ‘Ik heb straks, als ik gepensioneerd ben, genoeg te doen’, heeft vaak in feite niets te doen. Typisch is het dat juist mensen die geen enkele hobby hebben denken dat ze genoeg om handen hebben.
Om als vervroegd uitgetredene te kunnen overleven is het nodig dat hij zich een nieuw ritme oplegt en dat hij er een bepaalde dagindeling op na gaat houden. Lang in bed blijven liggen bijvoorbeeld past in zulk een indeling niet.
Iemand die zegt: ‘Ik wou dat ik vervroegd gepensioneerd was’, zou zich moeten afvragen of hij wel een ‘hobby’ heeft die zijn vorige baan evenaart of overtreft.