Rond kerk en kroeg
Limburg mag dan het ‘balkon van Europa’ genoemd worden en worden gekarakteriseerd als een streek met een ‘internationaal karakter’: eigenlijk en in diepste wezen zijn we dorpelingen die zich het meest thuisvoelen op het dorpsplein rond kerk en kroeg.
Nergens in Limburg ben je ver van het klokgebeier vandaan als je des zondags in de voormiddag over het land loopt. En nergens ook worden er zo gemakkelijk zaken in de kroeg gedaan als hier.
De gemeenteraadsverkiezingen in Zuid-Limburg hebben aangetoond, dat Limburg aan zijn dorpsmensen hangt en dat het met dat internationale karakter van ons, Limburgers, heus niet zo'n vaart loopt.
We blijven ons vermeien in onze dorpspolitiek, en zijn verlekkerd op onze woonplaats, ook al bestaat die woonplaats uit ettelijke woonerven, een randweg en vele woonflats.
Zo is bijvoorbeeld Simpelveld nog steeds het ‘kloosterstadje’, is Kerkrade de ‘klankstad’, Sittard de ‘poort van Zuid-Limburg’, Lottum het ‘rozendorp’, Weert de ‘Van Hornestad’, Roermond de ‘bisschopsstad’ en Thorn het ‘witte stadje’.
Zo vertroetelen we ons eigen-zijn, geven koosnaampjes aan ons dorp of stadje of roemen het met grootsprakige benamingen.
Maar dat Limburg ook nog internationaal van karakter zou zijn, dat doet ons toch wel deugd.
Hoewel we zelf kleine eigenheimers blijven.