Portret van een landschap. Gedichten 1953-1997(1998)–Leo Herberghs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] Winter Over de aarde geuren geen bloemen, de dieren zijn gestorven of weg naar elders, geen lied wekt onze dromen, maar koud nu weer waaien de winden ver voort over de wereld. Zelfs de bron van het leven, het zoete licht, sluimert achter de zee en niet langer meer giet het ons zoetheid in en levenskracht, maar regen en wind geven gedachten van sterven aan hen die eenmaal leven kenden als zaligen, geen lasten droegen maar dwaalden als goden over de wereld; geen smarten strekten ons uit op de legers; wenend echter gaan wij nu om, vergetend de god die wij minden. Vorige Volgende