Monologus sub astra(1950)–Leo Herberghs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] V God oppermachtig, klein voor eeuwig hebt Gij mij gelaten en mijn vreugden zijn kortstondiger nog dan het gras. Reeds tril ik van tranen en zijn mijn vleugels geschonden en waar eens mijn lichaam was, is verrotting en bederf. Maar eeuwig beef ik om U; voor het stralend mysterie sta ik ledig en open en laat nacht na nacht vallen diep in mijn huis en kniel snikkend onder sterren. Vorige Volgende