Maastrichtse sonnetten(1966)–Leo Herberghs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] [pagina 29] [p. 29] Ridderstraat ZIJ telt de jaren aan de gevelstenen Die zij vertederd in de muren vindt; Zij loopt voorbij de huizen op haar tenen En is van ouderdom haast doof en blind. De vroegre jaren zijn haar niet verdwenen, Zij weet hen allen als haar eigen kind, Zij kent hun lachen en zij kent hun wenen En allen zijn haar even welgezind. Zij weet de mensen in de huizen leven Zoals het vroeger, zo het eeuwen was; Dezelfde droom houdt beiden saamgeweven, Zacht overgroeit de dood hen met zijn gras Dat tussen stenen zich heeft ingedreven En zelve hard is als versteend gewas. Vorige Volgende