Maastrichtse sonnetten(1966)–Leo Herberghs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] [pagina 27] [p. 27] Onder de bogen ONDER de Bogen, waar de uren slapen, Tegen de stenen stilte van de grond, Ga ik gelukkig als de jonge knapen, Helder de ogen en met warme mond, Veilig de voeten, brandende de slapen, Klein en tevreden in de middagstond, En als de stenen, in de boog geschapen, Voel ik mij bukkend en bedwelmend rond. En van binnen word ik als de bogen, Sierlijk neergeschreven in de grijze steen, En ik ben niet langer meer bevlogen Van de verte, maar verliefd sereen; En ik klim met allebei mijn ogen Langs de rondte, en ik kan niet heen... Vorige Volgende