Maastrichtse sonnetten(1954)–Leo Herberghs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] [pagina 13] [p. 13] Beek onder huis Hier heeft het water zich geheim gehouden, Waar 't zijn bestaan tot in de stenen dwingt; Het kent alleen de muren als vertrouwden En soms een rat, die in zijn binnenst dringt. Sinds zij hun stenen rond zijn lichaam bouwden, Kent het geen licht, dat in de diepte zinkt, De hoge hemel zalig om te schouwen, De felle vis, die naar het zonlicht springt. Het is een dier geworden in een kelder, Een schimmelige, weggeteerde plant; Eens was zijn aanschijn als de hemel helder Nu is het leed tot aan de hoogste rand - Nog wacht het zuchtende op een vergelder, Die het doet flitsen door een zomerland. Vorige Volgende