Gehuchtenboek
(1977)–Leo Herberghs– Auteursrechtelijk beschermdMaaslandse gezichten
Clermontaant.Het knarsen van de pomp op het dorpsplein. Kort geklik van voetstappen op de keien. Een venster van de kerk ratelt. Van ver komt de wind aan. Als je bij de muur staat van het | |
[pagina 16]
| |
kerkhof, achter de kerk, kijk je in het plotseling opengewaaid landschap, maar je moet je aan de graven vasthouden, wil je niet wegwaaien. Hard en van steen is Clermont, hard en van steen zijn de hardnekkig in de rij staande woningen, hard en van steen is het café Le Renouveau, het gemeentehuis waaronder de dorpsstraat doorloopt, hard en van steen is het torentje. De Place des Combattants (één straat loopt beneden, de andere even hoger) is eigenlijk heel Clermont. Er zijn nog wat korte straten die in het veld eindigen. Je staat starend in het donkere gat van een hoeve die aan de andere kant zich opent naar de wereld van het dal. Clermont ligt hoog op een heuvel: een stenen opeenstapeling waar de wind nu en dan aan een raam wrikt, een deur probeert open te stoten of de pomp doet knarsen. Van steen is het kerkhof met grote, grijze graven. De teksten zijn vol jammer zoals wanneer iemand zijn tranen voelt koud worden op steen. ‘Ici repose un ange’: Hier rust een engel. Of: ‘Sur cette froide terre je viendrai pleurer prés de toi’. Op deze koude grond zal ik dichtbij jou mijn tranen schreien. Koud, koud in Clermont, waar een postbode met fladderende jas de post rondbrengt, waar een vrouw met een grote wasmand een huis verlaat en waar kinderen rood en blauw op het koude, ommuurde schoolpleintje heen en weer lopen alsof ze weggewaaid zijn door de wind. |
|