America
Nu en dan raast de trein voorbij, maar het dorp taalt er niet naar. Nooit zal er een trein stoppen. Tuinders langs de spoorlijn hebben achter hun huizen onafzienbare velden, slechts hier en daar onderbroken door een hoeve. De boerderijen zijn niet oud, ze zijn als het land: ontgonnen in harde arbeid en in alle eenvoud. America heeft een speelgoedpleintje met kerkje en school. Die school is omgeven door een verroest, zwart hekwerk. Er staan bomen boven een dor grasveld. De kerkdeur staat open. Een oudere vrouw is bezig de stoelen neer te zetten voor een bruidspaar dat om 3 uur trouwen zal. De vrouw blijkt een zuster te zijn uit het zusterklooster dat vlak naast de kerk ligt. Het kloostertje is te groot voor de weinige zusters die er zijn. Ze zegt dat er altijd wel wat te doen is. Ze geeft nu en dan handwerklessen aan de school, helpt in huis en doet dienst in de kerk. Ze zegt dat America een dorpsgemeenschap heeft die hecht is: als er iets gebeurt, zoals onlangs dat ongeluk dat een van de dorpsbewoners is overkomen, dan leeft heel het dorp mee. Ze zegt dat de mensen soms alleen maar aan zichzelf denken, maar dat in America de mensen leren ook aan anderen te denken. De kerk is klein. Snel ben je er weer uit. Je loopt het kerkhof op. Onbekende namen, onbekende grafschriften. De aarde is van zand, het is warm en het is moeilijk 'n schaduwplekje te vinden. De dorpsstraat loop je in en weer uit. Je ziet de spoorweg en daarachter enkele kleine boerderijen. Het kleine gebouwtje van de LLTB is stoffig en leeg. Kaarsrecht lopen de wegen van America weg: naar Horst, naar Ysselsteyn, en vooral naar de Peel.
Ik loop nog eenmaal rond de kerk, langs de zuil die op het kerkplein op een verhoging staat, en stap weer de spoorlijn over. Daarachter is de weg lang en glad. Er is een