Brief van 21 juli 1961
Henk schrijft:
(...)
‘Wat Mary betreft, zij is vaak in paniekstemming over haar ogen. Begrijpelijkerwijze, daar juist zij zo visueel ingesteld is. Ik weet niet met zekerheid te zeggen, of 't verbeterd of verslechterd is na mijn laatste brief.
We gaan van tijd tot tijd naar de oogarts die van alles probeert. Zij leest 's avonds nog wat - zonder bril, want de leesbril helpt haar niet - ook gaan we nog naar tentoonstellingen, nog verleden Zaterdag naar een tentoonstelling in het Stedelijk Museum. De helle kleuren van moderne schilderijen kan ze nog goed zien. En dan gaan we nog naar de bioscoop en zitten dan op de voorste rij. Al ziet ze niet alle details, ze is nog in staat het geheel te volgen - vooral bij een heldere kleurenfilm - en de tussentitels te lezen. En de mooiste was een Engelse film: Times of Glory met Alec Guinness.
Maar altijd is er de vrees: hoe lang nog?
(...)’
Mary kriebelt eronder: ‘Lieve Bruno en Miesje
Nu heeft Henk jullie weer het een en ander verteld. Het is toch erg jammer van Hans. Ik schrijf op het gevoel en blijf jullie oude kameraad Mary’