Bob Hanf 1894-1944(1982)–Toke van Helmond, [tijdschrift] Engelbewaarder, De– Auteursrechtelijk beschermdWaarin opgenomen Christiaan Philippus' Mijmeringen over de nachtzijde van het leven Vorige [pagina 199] [p. 199] XII 'k Zie 't al, daar kan niets van komen: in 't alkoofje brandt het licht! Met een bonzend hart en loomen tred ga 'k naar de huisdeur, sluit die open, - achter me, 'n kwaad omen, schreeuwt een meeuw... ‘Christiaan Phi- lippoes, schta-da niet te droomen!’, klinkt 't me tegemoet. - En 'k zie: op m'n bed zit Ernestine! Met haar opgerolde groene para- plu wuift ze zóó vroolijk dat de haren me te berge rijzen. - 'k Sta zoo wel een tel of drie stokstijf van den schrik, - dán, in een oogwenk (- 'k hoor nog haar onwijzen lach), heb 'k haar het wapen afge- nomen en ------ Hier eindigt plotseling 't manuscript: het papier was op en er was (volgens den auteur) in de heele stad niet één velletje meer te koop. Vorige