De Hollandsche natie
(2009)–Jan Frederik Helmers– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 67]
| |
VerantwoordingVoor deze editie is gebruik gemaakt van een exemplaar in privébezit van de eerste druk van De Hollandsche natie uit 1812. We hebben hier dus gekozen voor een ultima manus editie, ofwel de door de auteur laatst gecorrigeerde en geautoriseerde versie.Ga naar eind135 Voor de cancels (pp. 57-58, 81-82 en 171-172) is, na onderlinge vergelijking van enkele eerste drukken, een exemplaar uit de ub Groningen (epep g14) als basis gebruikt. Dan zijn er nog eerste drukken met en zonder verbeterblad op pp. 55-56 en van dat verbeterblad bestaan weer twee varianten, namelijk met en zonder een toelichtende noot van de uitgever. De volledige tekst van het verbeterblad is op de desbetreffende plaats in de annotatie weergegeven volgens de tekst van een exemplaar uit de ub Leiden (1292 b 56).Ga naar eind136 Zoals hierboven werd aangegeven, kan de tweede druk uit 1814 niet geheel buiten beschouwing worden gelaten. Deze druk bevat immers elf passages (totaal honderdvijftig versregels) die omwille van de censuur door Helmers werden geschrapt. Deze zijn dusdanig interessant - ze bieden immers een rechtstreekse kijk op de werking van de censuur in die dagen - dat we ervoor gekozen hebben deze passages integraal in de lopende tekst op te nemen. Om zichtbaar te maken om welke tekstdelen het gaat, staan deze cursief.Ga naar eind137 Ook voor de tweede druk is gebruik gemaakt van een exemplaar in privébezit. Het invoegen van de geschrapte passages leidt tot een verdubbeling in de tekst, namelijk in de derde en zesde zang (iii, 445-456 en vi, 262-271). Diezelfde verdubbeling treffen we overigens ook aan in de tweede druk. Omdat niet duidelijk is waar Helmers de desbetreffende passage oorspronkelijk had bedoeld, is ervoor gekozen deze op beide plaatsen te laten staan. Als gezegd bestaan er tussen de eerste en tweede druk ook allerlei andere verschillen, die soms wel en soms niet aan de werking van censuur kunnen worden toegeschreven. Behalve op het niveau van de spelling, interpunctie, indeling in fragmenten, naamvalsuitgangen, woordgeslacht en elisies, wijken enkele passages af op woord- en zinsniveau. Alleen dit laatste type varianten, waarbij meestal een betekenisverschil in de tekst optreedt, is opgenomen in een apart notenapparaat. Tot slot nog dit. Een volledig handschrift van De Hollandsche natie is niet overgeleverd. Wel bestaan er twee kladfragmenten. Het gaat om | |
[pagina 68]
| |
een fragment van de inleiding en een deel van de vierde zang. Beide handschriften, die bewaard worden in het Letterkundig Museum te Den Haag (h 482 h 1), verschillen niet wezenlijk van de drukken uit 1812 en 1814 en zijn om die reden hier buiten beschouwing gebleven.Ga naar eind138 Kladfragment van de vierde zang van De Hollandsche natie, voorzijde.
Evidente zetfouten zijn verbeterd. Waar personen sprekend worden opgevoerd, is de interpunctie aan het moderne gebruik aangepast. Wanneer een dichtregel op een nieuwe pagina inspringt, betekent dit dat er een nieuw fragment begint. | |
[pagina 69]
| |
Kladfragment van de vierde zang van De Hollandsche natie, achterzijde.
Rinus van Hattum ben ik veel dank verschuldigd. Met zijn dissertatie over het leven en werk van Helmers legde hij de fundamenten voor deze editie. Zijn hulp was onontbeerlijk: hij stelde al zijn materiaal ter beschikking en heeft de tekst op tal van plaatsen verbeterd en aangevuld. Dank ook aan de Nijmeegse studenten, die zich zo enthousiast over de tekst gebogen hebben: Sigrid van den Berg, Tim Clappers, Amber Delhaye, Ralf Engelen, Sharon Jansen, Margriet Kalkers, Josien Mielekamp en Sietske van der Worp. Mijn dank gaat ook uit naar TAT Zetwerk, in het bijzonder Johannes Rustenburg, voor de ondersteuning bij het vervaardigen van deze editie. | |
[pagina 70]
| |
Deze editie is tot stand gekomen binnen het nwo-project ‘The construction of the Dutch literary past: shaping, valorizing and representing the national literary heritage and literary incorporation of the past in the nineteenth century’, dat onder leiding staat van prof. dr. Marita Mathijsen. |
|